Veel Rotterdamser gaat het niet worden. De Ballentent aan de Parkkade is een begrip in de havenstad. Hier tref je advocaat, student, havenbaron en tante Truus gemoedelijk naast elkaar. De sfeer is al die jaren niet of nauwelijks veranderd. Aan de bar vind je opgeplakte briefjes en muntjes vanuit de hele wereld. Achtergelaten door de matrozen die ooit, vanaf de kade rechtstreeks de Ballentent bezochten. De foto’s aan de muur lijken stuk voor stuk hun eigen verhaal te vertellen over deze roemruchte kroeg. “Zelfs de kleur van het plafond, ooit ontstaan toen er nog gerookt mocht worden in de horeca, vind je hier terug,” vertelt eigenaar René Keehnen met een lichte trots in zijn stem. “Het is bijna jammer om te zien dat dit soort zaken, steeds meer, verdwijnen.”
De gehaktbal van De Ballentent is een begrip. Deze bal gehakt wordt door menigeen gezien als de beste bal van Nederland. Vraag aan de uitbater van deze zaak naar het recept en slechts een minzaam lachje verschijnt, om vervolgens snel over te stappen op de leeftijd van de slager. “Die is inmiddels tachtig, maar levert nog steeds het gehakt van hoge kwaliteit voor onze ballen.” Veel mensen denken dat deze gehaktbal de oorzaak is van de naam van deze horeca-uitspanning. Maar de naam was er eerder dan de befaamde bal. De bijnaam, zoals alles in 010 een bijnaam krijgt, is ontstaan door de bezoekers zelf die, geheel Rotterdams, zeiden ‘kom we gaan even een biertje drinken bij die ballentent’.
DOUANEDEPOT
Het pand aan de Parkkade behoorde voor de Tweede Wereldoorlog toe aan de Rijksoverheid en was een douanedepot. In de oorlog waren het de Duitsers die het pand letterlijk en figuurlijk bezetten. Voor het horeca werd in de jaren vijftig, was het een start- en eindpunt voor Rotterdammers die rij-examen deden. “Het verhaal gaat,” vertelt René, “dat je het rijbewijs zo mee kreeg als je zonder problemen de kade op- en af kon rijden.”
Het was Marinus Lambermon die de potentie zag in deze speciale plek aan de kade en samen met zijn vrouw het inmiddels tot horeca verworden pand overnam. René: “Marinus stond aan de kop van de bar en hield toezicht op zijn personeel en de klanten. Hij dronk de colaatjes pils net zo hard mee met de bezoekers en hij vertelde zelf dat hij soms dertig kleine glaasjes per dag dronk. Zijn verhalen werden altijd mooier naarmate de dag en de avond vorderde.”
Toen Lambermon in 2003 overleed was het René Keehnen die de zaak overnam. “Het was destijds een echte kroeg waar de bar centraal stond. Wij zijn ons meer gaan concentreren op eten. Maar bij ons vind je ook nog steeds die goed getapte pils en een uitgebreid assortiment heerlijke bieren.”
De beroemde gehaktbal overschaduwt soms de menukaart. Dat is jammer, want de schnitzel die je er aantreft is om te beginnen gewoon groot en als tweede zeer de moeite van het eten waard. Datzelfde geldt voor de spareribs en vlak ook de saté vooral niet uit. De menukaart is net zo veelomvattend als de schnitzel groot is. “En we draaien altijd mee met het seizoen,” aldus Keehnen. “Mosselen, asperges of als de nieuwe haring er is dan serveren we een toast met deze heerlijke lekkernij.”
‘De menukaart is net zo veelomvattend als de schnitzel groot is’
Zin om in een Rotterdams ongedwongen sfeertje te eten? Dan is dit dé tent. De bediening achter de bar is scherp van de tongriem gesneden. Niet lullen, maar poetsen luidt hier nog steeds het devies. Adem de sfeer in van de HAL, het Havenbedrijf of het rauwe leven van de matroos. Lees op de placemats, tijdens het bestellen van je broodje bal, het waargebeurde verhaal over de Rotterdamse mariniers en hun poging de zaak van de kade te trekken. Van het eten tot de bediening: De Ballentent is een goudeerlijk, Rotterdams verhaal.
Beeld: Jose da Silva