Rotterdammers met smaak mogen in SMAAKmag. opscheppen, met of zonder dat korreltje zout. Kunst-producent Jeroen Everaert (54), het brein achter Mothership, verwent ons vanavond in zijn Achterhoekse stulp met oosterse buikspek en een Surinaamse zuurkoolschotel.
Je kunt zonder bukken instappen. Als de deur automatisch opent, opent het dak mee. Nadert ‘ie een obstakel remt ‘ie vanzelf. Een chauffeur is nog net niet overbodig in deze elektrische Tesla. Futurisme in de polder.
Iets meer dan een jaar geleden verruilden Jeroen en Monique Everaert Rotterdam voor een hoeve uit 1886 in het piepkleine Heurne, vlakbij Aalten. De keuze voor de Achterhoek komt niet helemaal uit de lucht vallen. Zowel de wieg van zijn moeder als die zijn schoonmoeder stond in Achterhoek. Van de één in Didam, van de ander in Winterswijk. 20 oktober is een memorabele dag in huize Everaert, beide moeders zijn op die dag geboren. Monique: “Nota bene in hetzelfde jaar, 1941.”
Niemand had echter verwacht dat uit de familie uitgerekend Jeroen en Monique hun verdere jaren liever op het platteland doorbrengen. De stadse invloeden zijn mee verhuisd. Een robot die luistert naar Smart Garden maait het gras rondom De Lindehof, computergestuurde sproei-installaties houden het gazon gezond. Groene vingers zijn geen noodzaak in Heurne.
Missen doet Monique haar geboortestad allerminst. “We woonden aan de Dorpsweg in Charlois, we hadden thuis nooit rust. Heurne is zo’n verademing.”
Jeroen heeft Rotterdam overigens niet helemaal de rug toegekeerd. Hij huurt een maisonnette vlakbij het Droogleever Fortuynplein waar hij overnacht op de dagen dat hij voor Mothership – gevestigd in de Delftsestraat bij Rotterdam CS – in de weer is en door het ontwerp en de productie van de openingsshow van het Eurovisie Songfestival is dat dezer weken wat vaker dan gemiddeld. Het is hem toevertrouwd. Met projecten als de Verlichte Brandgrens en het food panorama in de Markthal heeft hij zich eerder bewezen. In 2014 werd de kunstproducent – terecht – onderscheiden met een Laurenspenning.
LEVERWORST
Het echtpaar vond moeiteloos zijn draai in Heurne. Van achterbuurman, varkenshouder Bart Westerveld, is het inmiddels de grootste ambassadeur. De walnoten en kastanjes uit eigen tuin bracht Jeroen er eens als snoepjes voor de scharrelvarkens. Sindsdien loopt hij er de deur nog net niet plat.
Bart Westerveld showt ons de schuur waar een zeug waakt over veertien pasgeboren biggen. Ze lijkt onze aanwezigheid te dulden. Ze legt haar gewicht, zo’n 250 kilo, in elk geval niet in de schaal. “Varkens bijten niet, varkens vallen niet aan.”
“De moeder blijft er vijf weken bij liggen. Daarna gaat de moeder terug de wei in, een wei vol modderpoelen.” Beren lopen er niet bij Bart rond. Bevruchting geschiedt uitsluitend op basis van kunstmatige inseminatie. Alle zeugen worden bezwangerd met het krachtige zaad van een en dezelfde Piétrain, de bodybuilders onder de varkens. “Alle varkens zijn kerngezond.”
Die kunstmatige inseminatie neemt Bart voor eigen rekening, ‘met een rietje’. Zeugen verraden hun vruchtbaarheid. “Als ze bronstig zijn, hebben ze veel aandacht nodig. Dan lopen ze voortdurend achter je aan.” Een zeug is 115 dagen drachtig. De bevalling komt zelden als een verrassing. “Een week voor ze gaan werpen, bouwen ze een nest met stro.” Het zou hem niet misstaan: Bart als biologieleraar voor de klas.
Bij hem hebben de varkens de ruimte, ze kunnen eindeloos wroeten in de grond. Ze leiden een stressvrij bestaan. “Je proeft het verschil,” vindt Jeroen. “Dit scharrelvlees heeft tenminste structuur, een bite.” De meest gehoorde rijm in dit deel van de Achterhoek? De scharrels van Bart, een klasse apart.
Het vlees vindt zijn eindbestemming bij keurmeester Gleis in Aalten. Bas tovert een aantal leverworsten uit zijn jaszak, door Gleis gemaakt van zijn varkens. Met een knipoog: “Neem ze mee, maar maak niet te veel tamtam in Rotterdam.” Het is voor hem nu al niet te behappen, de vraag is zoveel groter dan het aanbod. Uitbreiding is voor hem geen optie, hij zou de klus niet in zijn eentje meer kunnen klaren. “Het is heel arbeidsintensief. Een varkenshouderij is een drieploegendienst. Varkens hebben namelijk altijd honger.” Later vandaag, aan tafel bij het echtpaar Everaert, zijn wij definitief om: geen smart dankzij Bart.
BROMMERS KIEK’N
Op weg naar wijngoed De Hennepe in Aalten passeren we een aantal boerderijen waar de deur wagenwijd openstaat. “Je kunt er onaangekondigd naar binnen lopen. De koffie en thee staan er steevast klaar. Je stopt wat geld in het potje en je schenkt vervolgens een kopje vol. De buurt let op elkaar. De buurt zorgt voor elkaar. Als er iemand overlijdt, regelen de buren de begrafenis.” We beginnen de keuze van Jeroen en Monique voor het vredige Heurne te begrijpen.
Duitsland ligt drie kilometer verderop. Dinxperlo en Suderwick zijn een geografische tweeling. De grens gaat dwars door beide dorpen. Aan de ene van de weg woon je in Nederland, aan de andere in Duitsland. “Op zondag fiets ik vaak naar Suderwick voor warme kaiserbroodjes.”
Of hij het Achterhoeks inmiddels machtig is? “Ik weet wel wat ze bedoelen met brommers kiek’n. Rotzooien in het fietsenhok. Het is een smoes die elk verliefd stelletje bezigt.” Jeroen en Monique hebben heel wat vakanties doorgebracht in de Achterhoek, met name in het voorjaar, voordat ze besloten zich er voorgoed te vestigen. “Een weekje nadenken, sterren kijken en de ontsteking van paasvuren bijwonen. De paasvuren zijn traditie in de Achterhoek. Compleet met fakkels, mannen in optocht en carbidschieten. Al het snoeihout wordt opgestookt met Pasen.”
Bij De Hennepe, de wijngaard van Hans en Jannie ter Haar, hebben Jeroen en Monique een zeventigtal wijnstokken geadopteerd. Het blauwe Pippi Langkous-hutje eist direct onze aandacht op. “Het is inmiddels bouwval maar het blijft een geliefd foto-object. Je duikt in allerlei tijdschriften op.” Het Scandinavisch mini-huisje was ooit een oude timmermanswerkplaats en een schuilplaats voor steenuilen. De aartsrivaal, de steenmarter, heeft de steenuil echter verbannen. We horen een zucht bij Hans. “De marters vreten zelfs de bekabeling onder de motorkap op. Ze ruiken de visolie.”
PÉTRUS
Van Hans krijgen we onze tweede biologieles vandaag. “Voor suikeropbouw is uitwisseling van licht nodig. Meeldauw houdt de fotosynthese tegen. De druivenrassen in zijn wijngaard zijn nieuwe, hybride rassen die meeldauwresisent zijn.” Als voorbeeld noemt hij solaris en johanniter, de laatste druif kent vier voorouders, waaronder de riesling. Voor een gebied waar Grolsch nog altijd de scepter zwaait, ‘Achterhoekers zijn bierdrinkers van nature’, delft De Hennepe in elk geval niet het onderspit. We zouden er nog uren kunnen doorbrengen maar op ons ligt, in De Lindehof de buikspek van Bart te wachten.
De buikspek heeft hij voor ons bezoek gemarineerd met 5 spices, suiker, zout – veel zout voor de korst –, olie en azijn. Terwijl de buikspek op 190 graden in de oven gaart, snacken we alvast met olijven, brood met – geweldige – Spaanse olijfolie van Eva Aguilera, kazen en leverworst van Gleis. Eva kent hij uit de tijd dat het gezin Everaert was aangesloten bij de Jehova’s getuigen. Verjaardagen en kerst heeft hij jarenlang niet gevierd. “Feestdagen doen me nog steeds heel weinig.”
In Rotterdam kookt hij niet. “Mijn keuken en mijn bed staan er één ruimte. Je wilt niet slapen in een baklucht.” Fitzgerald, In den Rustwat, HMB, dat zijn de restaurants in Rotterdam waar hij ‘graag zijn geld uitgeeft’. In De Achterhoek eten ze wat minder vaak buiten de deur. Herbergh d’Olde Marckt is een gewilde zit in het aspergeseizoen. “D’Olde Marckt heeft op de wijnkaart louter huiswijnen. Ik vroeg een keer aan de uitbater of hij geen andere fles had. “Kom maar,” zei hij. Ik liep achter hem de kelder in. Lag het daar bomvol met de duurste flessen Pétrus. De beste man blijkt bovendien een jager, het wild is bij hem fantastisch. Wild is geliefd in de Achterhoek. Fazant, houtsnip, ree. Reeën lopen geregeld door onze tuin.”
HOMOHUWELIJK
Jeroen brengt ondertussen het water voor de pandanrijst aan de kok. “Monique kookt op gevoel, zij ziet als iets gaar is. Ik kook op de klok, de timer op mijn telefoon.” Het recept heeft hij van Google, bekent hij. “Mijn moeder was een Libelle-lezer. Ze kookte elke week een recept uit het tijdschrift. Bewust of onbewust heb ik dat van haar overgenomen. Ik bedenk geen gerecht zelf. Ik kook alleen nooit twee keer hetzelfde. Buikspek heb ik in deze variant niet eerder bereid.”
Jeroen en Monique zijn zes jaar geleden als ‘gays’ getrouwd. Jeroen: “Ik heb ooit een belofte gedaan aan een vrouw, die belofte heb ik niet waargemaakt. Een tweede huwelijk vond ik dan ook niet gepast. Voor Monique lag dat anders, zij wilde juist heel graag trouwen. Als compromis zijn we in het homohuwelijk getreden, een veredelde partnerregistratie in ons geval.”
Bij de oosterse buikspek serveert hij vanavond coleslaw met pinda’s en sesam, een Surinaamse zuurkoolschotel met gehakt, kerrie, kummel en een flinke lik uit de pot Lao Gan Man crispy chilli oil. Monique: “Je hebt jezelf overtroffen.” We hebben geen vergelijkingsmateriaal, vanavond is de primeur aan tafel bij Jeroen. Google laat hem in elk geval niet in de steek. Zowel de buikspek als de zuurkoolschotel is uit de kunst. Het laatste glas wijn slaan we af. Rotterdam trekt. “Als jullie willen blijven crashen, we hebben twee gastenkamers.” Welkom ben je bij De Lindehof tot de allerlaatste minuut. We gaan ‘m onthouden als vakantieadres. In het aspergeseizoen.
Beeld: Rick Arnold