“Het is een beetje stilletjes om me heen. Ik woon vlakbij het Kralingse Bos. Ik fiets en loop vrij veel momenteel. Beetje bewegen, beetje poetsen. Mijn huis is nog nooit zo schoon geweest als nu. De verveling begint inmiddels toe te slaan.
Ik zie volop collega’s buiten in een kraam staan waar vanuit ze koffie, broodjes en kerstbomen verkopen. Ik ben daar iets te nuchter voor. Die hele take-away is lood om oud ijzer. Sunset Café is sowieso geen eetplek. We serveren wat bitterballen en kaassoufflés bij de borrel, that’s it.
Mijn horecacarrière begon in Santa Monica. Bij een restaurant aan Sixth Street dat 24/7 open was. Het was 1979, de huisgemaakte soepen waren er in trek. Op mijn zestiende ben ik op de bonnefooi naar Californië gegaan. Ik heb er mijn rijbewijs gehaald, alsmede dat van mijn tweelingbroer. Dat kon toen nog.
In 1987 opende ik mijn eerste Sunset Café aan de Libanonweg in Kralingen. In Amerikaanse stijl. Het huidige Sunset Café aan de Botersloot heeft meer weg van een tijdloos proeflokaal. Architecten lopen ermee weg. Zij vinden Sunset Café de mooiste kroeg van Rotterdam. Nooit kunnen bedenken dat architecten mijn doelgroep zouden worden.
De horeca zal in 2021 niet meer hetzelfde zijn. Door het rookverbod heeft de horeca al een andere wending gekregen, door de coronapandemie gaat er nog meer verschuiven. Ach, van horeca word je sowieso niet rijk. Je bent nooit vrij, je staat dag en nacht voor anderen klaar. Je moet heel erg van gezelligheid houden om dit werk vol te houden. Een roeping, dat is het juiste woord.”
Fer(dinand) Kok
Beeld: Sylvia Kuiper