SMAAKmag. eet elke editie mee op een bijzondere werkplek in Rotterdam, achter deuren die doorgaans gesloten blijven. Voor deze editie waren we onlangs bij de AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond.
De impact van het coronavirus is buitengewoon omvangrijk. Onze Rotterdamse professionals op de ambulance hebben de coronastorm van dichtbij gezien. Een vermoeden was al genoeg om de ambulanceprofessionals compleet gehuld in beschermende kleding naar een patiënt met bijvoorbeeld ademhalingsproblematiek te laten gaan.
Lara Meijer (37) is inmiddels al ruim 10 jaar chauffeur op de Rotterdamse ambulance. Haar collega Miranda van der Windt (48) is als IC-verpleegkundige in het voormalige Clara-ziekenhuis (het huidige Maasstad red.) doorgestroomd, na een avond meekijken met een bevriende ambulanceverpleegkundige. De dames zijn door het werk goede vriendinnen geworden. Ze werken met veel plezier samen en dagen elkaar culinair uit om de werktijd specialer te maken.
KOUDE SOEP
De tonijnsalade van Miranda doet Lara het water in de mond lopen, de chemie tussen de dames is voelbaar. Op basis van tonijn, kappertjes, ui, augurk en mayonaise brengt Miranda haar succesnummer mee de wagen in.
“En dan zorg ik voor een lekker broodje of crackers om erbij te eten,” vult Lara aan.
De courgettesoep is ook een hit, die ze dan tussen de ritten kunnen opwarmen in een ziekenhuis of op één van de ambulanceposten in de regio.
Een dienst op de ambulance duurt 8 uur, er is geen pauze ingecalculeerd. Het komt regelmatig voor dat het duo klaar zit met hun warme soep, maar deze pardoes moeten laten staan. Voor dit soort momenten hebben Lara en Miranda te allen tijde boterhammen mee. “Op sommige dagen word je continu weggeroepen door de meldkamer, deze noodboterhammen zorgen ervoor dat we snel tussendoor in ieder geval iets kunnen eten en dat is dan geregeld pas om half tien ‘s avonds,” baalt Lara.
CORONASTORM
Lara en Miranda zijn twee hartelijke Rotterdamse dames. Op de vraag of ze angst hadden voor corona antwoordt Miranda nuchter: “Ik heb geen angst gehad om besmet te raken, je zit dichtbij het vuur en weet ook goed wat je doet. Er heeft wel angst geheerst onder collega’s, ik denk dat het ook een beetje in ons karakter zit.”
Het is ook niet direct emotioneel heftiger voor de dames. Ze schetsen nog maar eens met wat voor casussen zij dagelijks te maken krijgen. Suïcide, ongelukken met kinderen, personen die in een psychose verkeren. Het is een behoorlijke lijst van afschuwelijke omstandigheden waaronder zij rustig, professioneel, daadkrachtig en oplossingsgericht moeten blijven.
‘Toen ik op mezelf ging wonen was ik een drama in de keuken’
“Corona zorgde voor een andere werkbelasting, natuurlijk is het verschrikkelijk om met name in het ziekenhuis zulke nare verhalen te horen. Maar wij hebben onder strikt protocol na ieder bezoek aan personen met luchtwegklachten, de gehele ambulance moeten reinigen, inclusief onze eigen beschermende kleding,” zegt Lara, “dit resulteerde erin dat wij soms maar vier ritten per dag hadden. Dat staat in een schril contrast tot de dagen waarop er geen tijd is om bijvoorbeeld te eten en die spoed-boterhammen moeten worden gepakt.”
“Het is natuurlijk heel mooi, het applaus en de liefde die de samenleving heeft uitgesproken voor de zorg,” vertelt Miranda, “maar wij doen gewoon ons werk, neem ondernemers, die hebben het ook zwaar.” Hun barmhartigheid is inspirerend.
STAD VOL HERINNERINGEN
Miranda is inmiddels bijna twee decennia ambulanceverpleegkundige. “Ik heb heel wat meegemaakt in deze regio, als ik door de stad rijd weet ik nog zo de plekken waar mooie gebeurtenissen plaatsvonden, bijvoorbeeld bevallingen, maar ook grappige of verdrietige casussen. Dat blijft altijd.”
“Men vraagt regelmatig hoe het is om zulk bijzonder werk te hebben, ik zie dat zelf helemaal niet zo,” vertelt Lara, “Voor dit artikel heb jij een deadline, de enige deadline die wij kennen is de brandende 15 minuten aanrijtijd.” Hiermee wordt de doorlooptijd bedoeld wat het streven is van de ambulance om van het telefoontje tot de wagen ter plaatse te komen. “En dat kan heel lang aanvoelen als je in paniek bent,” zucht Lara.
SPECIAAL NAAR DE TOKO
“Toen ik op mezelf ging wonen, was ik een drama in de keuken. Zelfs een stoofgerecht als hachee liet ik hopeloos verbranden, omdat ik het niet regelmatig roerde,” vertelt Lara lachend. Mede door haar moeder leerde Lara uitgebreid koken waarderen. Ze is liefhebber van de Indische keuken. Een specialiteit van de 37-jarige ambulancechauffeur is de langzaam, in onder andere kokos gegaarde rendang met daarbij opgebakken rijst, bonen en kerrie eieren. Het is een ware delicatesse uit de Indische keuken. Een voorwaarde van de Rotterdamse is wel dat ze zoveel mogelijk zelf maakt.
Voor dergelijke gerechten gaat Lara graag naar de toko, zo ook voor haar traditionele Surinaamse saotosoep, “en die bouillon maak ik helemaal zelf, geweldig!” Miranda heeft bewondering voor haar vriendin en collega. “Ik houd ook zeer van koken, maar ik grijp sneller naar een pakje dan Laar, ik ga niet de toko’s af.” Miranda vertelt ruiterlijk hoe zij het liefst souvlaki bereidt, met gemarineerde kippendijen en zelfgemaakte tzatzikisaus. Souvlaki is een van de bekendste delicatessen uit de Griekse keuken en zoals zoveel beroemde gerechten kent ook deze tal van variaties. Gerold in een pitabroodje als snack, geserveerd als hoofdgerecht met patat of spiesjes die gegaard worden op open vuur met daarbij paprika als groente.
PICKNICKTAFEL IN DE VEERHAVEN
Uitsluitend als er tijd is gaan de dames tijdens hun dienst graag in de pittoreske Veerhaven eten. Pal voor het Wereldmuseum, met uitzicht op de Erasmusbrug en het World Port Center (waar de meldkamer van de ambulance is gevestigd red.), staat een openbare picknicktafel. Lara haalt een doekje over de tafel en Miranda pakt de koeltasjes uit de ambulance. “Die tasjes verdienen trouwens ook wel wat aandacht, zo kunnen we ons eten een beetje koel houden,” vertelt Lara.
Op het menu vandaag staan heerlijke sandwiches met maisbrood, carpaccio, zwarte truffelmayonaise, geroosterde pijnboompitten, rucola en parmezaan. Dit recept komt uit de koker van Lara, ze smeert de mayonaise over het maisbrood. Miranda opent het volgende vershoudbakje, zij heeft een frisse salade gemaakt van tomaat, mozzarella, basilicum en balsamicoazijn. Alles blijft veilig in de bakjes, want als de meldkamer het tweetal oproept, zijn ze in een fractie vertrokken.
MANNEN ACHTER HET FORNUIS
“We koken allebei graag en vonden beiden twee jaar geleden dat onze partners ook wel iets meer achter het fornuis mochten plaatsnemen. Toen heb ik mijn man Tristan en Miranda haar man Matthijs (overigens ook ambulanceverpleegkundige) een kookworkshop cadeau gegeven,” vertelt Lara trots.
Waar de barbecue voorheen bezet was met simpele hamburgers en saté, hebben de mannen zich nu ontpopt tot ware thuischefs. Ze zijn heer en meester geworden in zogeheten ‘slow cooking’ en draaien hun hand niet om voor bijvoorbeeld pulled pork, bereiding: maar liefst 10 uur garen. Miranda helpt het ons voor te stellen: “dan zijn zij uren druk met heerlijk koken en mogen Lara en ik ervan genieten.” Haar vriendin vult vrolijk aan: “mét daarbij een glas rode wijn natuurlijk!”
SANDWICH CARPACCIO
Voor 4 personen
Benodigdheden
- 8 sneetjes vers maisbrood
- 250 gram carpaccio van ossenhaas
- 6 eetlepels zwarte truffelmayonaise
- 60 gram rucola
- 60 gram flakes van parmezaan
- 60 gram pijnboompitten
- 2 eetlepels olijfolie
- 2 theelepels zwarte peper
- 2 theelepels zout
Bereidingswijze
Rooster de pijnboompitten zachtjes goudbruin in een voorverwarmde koekenpan, gebruik geen boter of olijfolie. Blijf bij de pan, zodat ze niet verbranden. Laat vervolgens goed afkoelen op een stukje keukenpapier. Meng in een vetvrije kom de rucola met de olijfolie en breng deze op smaak met peper en zout.
Beleg vier sneetjes maisbrood rijkelijk met de zwarte truffelmayonaise. Houd de andere vier sneetjes brood apart. Beleg het maisbrood met de carpaccio van ossenhaas en vervolgens met de afgekoelde pijnboompitten, de flakes en tot slot de rucola.
Leg de apart gehouden andere sneetjes er bovenop en snijd de sandwich dwars doormidden.
Beeld: Vincent van Dordrecht | Recept: Lara Meijer