Steeds minder koolhydraten, da’s de trend. Maar stiekem snakken we er (vrijwel) allemaal wel eens naar: een puntzak frites. Als we dan toch zondigen, zondigen we het liefst met een goede snack. We nemen de proef op de som bij Farm Frites in Oudenhoorn, een van de grootste spelers ter wereld in aardappelproducten.
De weg ernaar toe vraagt om meerdere tussenstops. Langs de aardappelvelden, over het pittoreske kerkplein van Oudenhoorn. Waar andere multinationals kiezen voor industrieterreinen langs snelwegen, besloot Farm Frites International trouw te blijven aan de oorsprong; de polder. Tot begin dit jaar woonde de oprichter, Gerrit de Bruijne, op 300 meter van het hoofdkantoor aan dezelfde Molendijk. Op 29 maart blies hij op 86-jarige leeftijd zijn laatste adem uit.
Gerrit de Bruijne was een aardappelboer in hart en nieren. Hij baalde ooit van de lage opbrengst van de aardappelen. Om die reden besloot hij van zijn eigen aardappelen friet te maken. In 1971 richtte hij in Oudenhoorn de fabriek Farm Frites op, als no-nonsense familiebedrijf. Bijna vijftig jaar later behoort Farm Frites tot de serieuze spelers op de internationale aardappelverwerkingsmarkt met meer dan 2.000 werknemers op de loonlijst. Het imperium is opgebouwd zonder investeerders, en dat draagt Piet de Bruijne, die twintig jaar geleden het stokje overnam van zijn vader, met extra trots uit. De vriestunnel van Farm Frites in Oudenhoorn is met een lengte van 67 meter, en een breedte en hoogte van 7 meter de grootste ter wereld.
“We zijn hard aan de weg aan het timmeren,” stelt Karin Jenniskens, senior brand manager van Farm Frites. “Onze ambities zijn gericht op een internationale erkenning als partner van de food service en, we willen ons verder onderscheiden op het gebied van smaak.”
‘Ieder spoortje, ieder vuiltje moet worden vermeden. Food safety staat er hoog in het vaandel’
Al voor de uitbraak van het coronavirus was Farm Frites scherp op de voorzorgsmaatregelen. Ieder spoortje, ieder vuiltje moet worden vermeden. Food safety staat er hoog in het vaandel. Nagellak en sieraden zijn er uit den boze. Een haar- en baardnetje en een lange broek zijn er juist verplicht. De lijst met huisregels gaat nog veel verder. Een boterham met pindakaas tijdens de lunch, no way. Pinda’s, noten of noten bevattende producten worden op de gehele site geweerd. Voor ons geen frietje met satésaus vandaag, da’s klip en klaar. We zouden het ook niet op ons geweten willen hebben dat mensen met een pinda-allergie niet langer onbezorgd frites kunnen eten.
Farm Frites telt vijf productielocaties: Oudenhoorn, Lommel en Sint-Truiden in België, Lębork in Polen en bij de Rode Zee in Egypte. Deze vijf locaties verwerken jaarlijks 1.500.000 ton verse aardappelen tot frites en aanverwanten en exporteren deze vervolgens naar meer dan 100 landen. Het merendeelvan de aardappels, 57 procent, gaat als diepvriesfriet de deur uit, gevolgd door koelverse friet, aardappelpuree, flakes (gedroogde poeders voor bijvoorbeeld chips) en specialiteiten als aardappelwafels.
De Hollandse kleigrond is niet te vergelijken met de zandgrond in Egypte. “Door voor aardappelrassen te kiezen die nagenoeg aan elkaar gelijk zijn, zijn de verschillen in het productaanbod per regio minimaal. De aardappel is en blijft een natuurproduct. Piepkleine verschillen zijn sowieso niet te vermijden. In Egypte is door hoge temperaturen de aardappelopbrengst iets lager dan in dan in Europa.” Agria, Fontane en Santana zijn veelgebruikte aardappelrassen, mede vanwege de gunstige bakeigenschappen. Transparantie kan Farm Frites niet worden ontzegd. De ambities worden met een duizelingwekkende hoeveelheid cijfers weergegeven.
CHEF’S HARVEST
Farm Frites streeft niet alleen naar een permanente productieplek in de top drie op de wereldranglijst, intern wordt ook alles op alles gezet de water footprint en CO2-uitstoot terug te brengen. “In vergelijking met andere landbouwgewassen verbruiken aardappelen relatief weinig water, 60 liter per kilo. Bij rijst is dat bijvoorbeeld een veelvoud,” weet sustainability manager Rutger de Kort, hoofd van de afdeling sustainability. Een zonneveld van bijna 20 hectare achter de fabriek, een natuurlijke geluidswal als insectenhotel, het zijn slechts een aantal iconische maatregelen in het kader van het klimaatverdrag uit 2015, het Akkoord van Parijs. Om door te groeien in Nederland is het transport een uitdaging. Het verzet tegen de ‘patatweg’ in Hellevoetsluis, de eerste doorvoersluis van Farm Frites naar de achterban, is nog niet beslecht. Een idyllische omgeving kent ook z’n nadelen. Een emissieloze, hindervrije corridor van fabriek naar de haven over het water heet deze duurzame oplossing.
We hebben de pech dat de fabriek vandaag niet toegankelijk is. We krijgen van de plant supervisor een uitgebreide virtuele rondleiding, doorspekt met cijfers en interessante weetjes: de aardappelen gaan met een snelheid van 60 kilometer per uur door het snijblok, Farm Frites produceert 30 miljoen frietstaafjes per uur. We zouden geen SMAAKmag. heten als we het ons vooral om de smaak gaat. Farm Frites hoopt te excelleren als het om smaak gaat.
Erwin de Vos, één van de huiskoks, doet voor ons de Chef’s Harvest in de frituur. Chef’s Harvest is de laatste introductie van Farm Frites, het alternatief voor de professionele keukens voor handgesneden verse friet. “Chef’s Harvest is extra verse frites zonder kunstmatige toevoegingen die wat langer (tot 16 dagen) bewaard kan blijven dan verse, rauwe frites, wat bijdraagt aan minder voedselverspilling,” verduidelijkt Karin Jenniskens.
Een knapperige bite, zachte textuur, goudgele kleur, rustiek gesneden – frites zoals frites is bedoeld. Dippend in de mango curry van Big Sam’s, en je glimt nog harder dan de friet op het bord. Eigenlijk behoeft deze frites niet eens saus, zo lekker.
De diepvriesfrites uit de Farm Frites Finest Range bewaart Erwin voor de fish & chips met coleslaw en remouladesaus en zijn ‘frietje Mexico’: kip gemarineerd met tex-mex kruiden, rode ui, jalapeño, gebakken uitjes, avocado en cheddar. We hebben bij ons vertrek één verzoek aan Farm Frites: mik met Chef’s Harvest ook op de retail zodat deze thuis niet aan onze neus voorbijgaat. Want als we dan toch zondigen, zondigen we het liefst zo goed mogelijk.
Beeld: Luc Büthker